Deze satirische medaille (verzilverd) is een aanklacht tegen de herstelbetalingen die Duitsland aan Frankrijk moest na de eerste Wereldoorlog.

"Humanite" - de tekst op de munt (mensheid) wordt voorgesteld door twee armen die aan een paal zijn vastgeketend met een aanvalshelm erop en omringd door sabels. Op de voorgrond ligt een zak met gestolen geld met het opschrift "Milliarde raub" (Milliarden roof). Inscriptie luidt: "Der Raubergerichtshof in Mainz". Ontwerper : Karl Goetz. 36mm 19,89 g.

Een nogal kwaaie en deels naakte Marianne bewaakt haar "Ruhr Kohle" (Ruhrkool) met een zweep en een enorm zwaard. Twee gebalde vuisten vertegenwoordigen het Duitse verzet. Opschrift op de achtergrond van een oud patriottisch lied, "Es braust ein Ruf wie Donnerhall-" (Er klinkt een roep met donderende echo-). Letters K • G (ontwerpen Karl Goetz).

De duitsers waren grote verzamelaars en kochten deze stukken en droegen ze in hun zakken om ze aan elkaar te laten zien.

De meeste stukken van Karl Goetz verwijzen naar Duitse protesten tegen de daden van de 'vijand', terwijl andere de daden van de Duitse strijdkrachten toejuichten. Goetz legt zijn vurig nationalisme bloot met zijn bezettingsmedailles. Veel bijtend en grenzend aan pornografisch, draagt ​​Goetz letterlijk de gevoelens van de vernedering van het Duitse volk en de gekwetste nationale trots rechtstreeks over in de medailles.

Compilatie van munt met foto van "Germania auf der Wacht" schilderij, gemonteerd op carton (juist onder A4 formaat).

Duitsland werd opzettelijk in gebreke gehouden bij het voldoen van de herstelbetalingen. Frankrijk beweerde dat 100.000 telegraafpalen niet waren geleverd en dat er later geen steenkool was geleverd. Dit waren voor de Herstelcommissie genoeg redenen om de bezetting van Duits grondgebied te bevestigen.

Franse en Belgische troepen (vijf Franse divisies en één Belgische divisie) marcheerden het Ruhrgebied binnen, het centrum van de Duitse industrie. De Duitse regering onder leiding van bondskanselier Cuno verklaarde de tactiek van passief verzet tegen de bezettingsmacht. De Fransen reageerden hierop door de staat van beleg af te kondigen en alle gelden van de Reichsbank, andere openbare banken en vele particuliere rekeningen in beslag te nemen.

Toen de directie van de Krupp-fabriek in Essen hun werknemers met Pasen 1923 de opdracht gaf passieve verzetstactieken uit te voeren (zonder de Franse troepen te helpen die onder de herstelvoorwaarden auto's kwamen ophalen) werden Krupp von Bohlen und Halbach en acht van zijn vooraanstaande regisseurs worden voor een Frans oorlogstribunaal gedaagd. De veroordelingen varieerden van tien tot vijftien jaar gevangenisstraf, elk met een boete van 100 miljoen mark.

Deze medaille weerspiegelt een verwijzing naar deze tijd.