verzamelinggemeentelijke tokens 11st + 5st munt Louis Neefs

Collectie oude gemeentelijke tokens 11st + 5st munt Louis Neefs
collectie omvat:
- 100 mannekes Diksmuide 4st 1981 +doosje
- 50 mannekes Diksmuide 4st 1981 +doosje
- 50 jaar st Amands 1981 + doosje
- 50 Wavers OLV Waver 14 juni 1981
- 100 Tienen Het Toreke 11 november 1981
- 5x herdenking munt Louis Neeft Gierle 25/12/1980

Gemeentemunten werden in Vlaanderen geboren in 1980.
De eerste die in omloop kwam was de 25 Frank van Leuven en kreeg de naam "Lovenaar".
De stad Leuven had het idee gelanceerd dat er een penning voor de stad geslagen kon/moest worden.
Deze was beperkt geldig en enkel inwisselbaar bij de lokale handelaars.
De meeste munten gingen rechtstreeks naar de verzameling van numismaten of particulieren die het een leuke hebbeding vonden.
Door de wet van vraag en aanbod steeg de waarde van deze gelegenheidsmunt snel
en bereikte op korte tijd een waarde van ongeveer 1.000 Frank (= 25 EUR).
Hierdoor keerden er weinig munten terug in de stadskas.
Al snel werd de "Lovenaar" nagebootst in andere steden en gemeenten die ook hun kans zagen om extra inkomsten te genereren.
Enkele maanden later sloeg Gent 2 penningen (Gravensteen & St. Baafsabdij).
In dezelfde periode werden enkele 25 Frank-munten geslagen voor de kuststeden en het West-Vlaamse binnenland.
Steeds meer steden en dorpen zagen een extra bron van inkomsten in het slaan van dergelijke munten. Het materiaal waarvan ze werden gemaakt en de kosten van het slaan waren laag, en er kwamen weinig munten terug.
= Pure winst voor de stadskas!
Toen begon wat iedereen had gevreesd... Een uitgifte van massa's nieuwe munten.
Terwijl er in het begin maar om de 2 maanden een nieuwe werd uitgegeven, verschenen er in veel gemeenten herdenkingsmunten in de straten.
Op het hoogtepunt in 1981 kwamen er soms 3 nieuwe per week uit...
Alsof dat nog niet genoeg was, werd het bedrag van de munt verhoogd van 25 frank naar 50 frank, in 1981 was de prijs al 100 frank.
De kosten van het slaan van de munten bleven hetzelfde, maar de winst voor gemeenten en steden was plotseling veel hoger.
Veel verzamelaars haakten af ​​vanwege te dure en te veel verschillende uitgiften.
Lokale clubs en organisaties van lokale kermissen en feesten hadden plotseling een extra bron van inkomsten gezien. Ook begonnen ze massaal munten te slaan, zij het soms in beperkte oplages, waardoor de uitgifteprijs gelijk bleef, maar de waarde ervan snel toenam vanwege de zeldzaamheid. Opnieuw ging de grote winst naar de clubs, want opnieuw werden er, naar het voorbeeld van de steden en gemeenten, bijna geen munten binnengebracht. In 1981 werden er soms wel 20 nieuwe exemplaren per maand uitgegeven. Hierdoor haakten nog meer verzamelaars af.
Eind 1981 werden er bijna geen nieuwe uitgiftes meer geregistreerd en stortte de wereld van de gemeentelijke tokens feitelijk in.
Ik wil hier nog aan toevoegen dat het stuk voor stuk juweeltjes waren qua afbeeldingen. Zo werd in de gemeente Tubize een munt uitgegeven met het portret van Maria Thérésia. Als je niet naar de legering kijkt, zou je denken dat je een munt uit de Oostenrijkse periode vasthoudt.
Door het stopzetten van de verzameling door veel numismaten destijds en het niet meer uitgeven van dergelijke herdenkingsmunten, is de interesse en dus ook de waarde van de munten sterk gedaald. Veel jonge verzamelaars zijn niet bekend met deze munten en het achterliggende verhaal.
Wat opvalt, is dat de interesse de laatste jaren weer is toegenomen. Veel verzamelaars zoeken naar dergelijke munten omdat de kosten meestal laag zijn en de afbeeldingen erg mooi zijn. Het nadeel is dat de legering (staal) door vochtige omstandigheden meestal snel gaat roesten en het moeilijk wordt om deze munten in mooie staat te vinden.