1) Manati (Cuba) Sugar Company 1959

Historisch "Cuba-collectible" aandeel van Manati Sugar Company, certificaat voor 100 aandelen uit 1959:
1959 was het jaar dat Fidel Castro de macht greep na de succesvolle guerrillaoorlog tegen Batista's troepen, die zelf op de vlucht sloeg en in ballingschap ging.
Sfeervol vignet van een toezichter met arbeiders op de suikerplantage.

Manati Sugar Company werd geïncorporeerd op 30 april 1912 te New York en was nog voor The Francisco Sugar Company de allergrootste suikerfabrikant in Cuba.
Hun molen stond in de noordwestelijke hoek van de voormalige Oriente provincie die in 1976 werd opgedeeld in vijf provincies waaronder Guantanamo.
Naast Manati en Francisco Sugar vielen er nog 4 andere suikerondernemingen onder de kontrole van de Czarnikow-Rionda Company Inc.

Gedrukt door de American Banknote Company en facsimile gesigneerd door de President van het bedrijf George A. Braga en Secretaris J. M. Gonzalez.

2) The Francisco Sugar (Cuba) Company 1955

Historisch "Cuba-collectible" aandeel van "The Francisco Sugar Company", certificaat voor 100 aandelen uit 1955:
1955 was het jaar dictator Fulgencio Batista's regime begon met toenemende studentenprotesten en anti-regeringsdemonstraties, wat leidde tot repressie door de politie en arrestaties. Tegen het einde van het jaar was er sprake van studentenrellen, vergelijkbaar met die welke dictator Machado in 1933 ten val hadden gebracht. Fidel Castro werd in dit zelfde jaar vrijgelaten in 1955 door een algemeen pardon, waarna hij in ballingschap ging naar Mexico en de VS, om later terug te keren en de Cubaanse Revolutie te beginnen

De Francisco Sugar Company werd op 20 februari 1899 in New Jersey opgericht en was de tweede suikerfabriek van Riondas. Het is vernoemd naar Francisco Rionda y Polledo, die kort voor zijn dood in 1898 de gronden van het bedrijf verwierf. Het landgoed lag in de zuidoostelijke Cubaanse provincie Camagüey, in de omgeving van de kustplaats Guayabal. De molen van het bedrijf maalde zijn eerste suikerriet in 1902. In 1921 kocht de Francisco Sugar Company de gewone aandelen van de Compañía Azucarera Elia, die eigenaar was van Central Elia en land grenzend aan Francisco. In 1952 werd de Compañía Azucarera Elia ontbonden en ging het beheer van Elia over naar de Elia-divisie van de Francisco Sugar Company.
Naast de twee fabrieken, magazijnfaciliteiten en 187 mijl aan spoorlijn, bezat en exploiteerde het bedrijf ook twee suikerrietboerderijen en de haven van Guayabal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog richtte het bedrijf een alcoholdistilleerderij op, de Compañía Industrial Sevilla, die later werd opgegaan in de Francisco Sugar Company als de Sevilla Division. Andere bedrijven waren onder meer de veeboerderij "El Indio" en gedeeltelijk eigendom van een bouwplaatfabriek, de Compañía Cubana Primadera.

3) West Indies Sugar Corporation 1950
Historisch "Cuba-collectible" aandeel van "West Indies Sugar Corporation", certificaat voor 100 aandelen uit 1950.
Firma gesticht in 1932 met de bedoeling de suiker produktie en raffinage te controleren in de Caraïben met inbegrip van de Domenikaanse Republiek, Jamaica en Cuba.
In 1959 namen Cubaanse rebellen de controle echter over van private eigendommen in Cuba.
898 Amerikaanse bedrijven dienden omwille van hun verlies klacht neer bij de U.S. Foreign Claims Settlement Commission.
West Indies Sugar Corporation eistte hierbij een verlies op van 84,9 miljoen USD.
Bedrijf bleef nochtans operatief tot voorbij 2001 maar ging uiteindelijk toch in likwidatie in 2011.

Afhalen na afspraak of gewone, verzorgde verzending +3€