Een reservewiel is een extra wiel dat in de auto wordt bewaard voor het geval je een lekke band hebt. Het is belangrijk omdat het je in staat stelt om veilig naar huis of naar een garage te rijden voor reparatie, in plaats van langs de weg te moeten wachten. Het vergroot ook je mobiliteit en voorkomt dat je vast komt te zitten met een onbruikbare auto.
Om een reservewiel te gebruiken, moet je eerst de wielmoeren losdraaien met een kruissleutel voordat je het beschadigde wiel verwijdert. Daarna plaats je het reservewiel op de naaf en draai je de moeren weer vast, maar nog niet volledig. Laat de auto weer zakken en draai de moeren dan stevig aan in een kruislings patroon. Vergeet ook niet om je lekke band veilig op te bergen.
Er zijn voornamelijk twee types reservewielen: een volwaardig reservewiel dat dezelfde afmetingen heeft als de andere wielen van de auto, en een noodreservewiel, dat kleiner en lichter is, maar ook minder langeafstandrijden aankan. Elk type heeft zo zijn eigen voor- en nadelen afhankelijk van je rijbehoeften.
Zorg ervoor dat je reservewiel regelmatig wordt gecontroleerd op de juiste bandenspanning en dat er geen fysieke schade aan is. Het is ook verstandig om een periodieke inspectie uit te voeren, zodat je zeker weet dat het reservewiel betrouwbaar is als je het nodig hebt. Vergeet niet om het reservewiel elke paar jaar te vervangen, zelfs als het niet is gebruikt, omdat rubber veroudert.
Wanneer je met een reservewiel rijdt, moet je oppassen dat je de snelheid onder de aanbevolen limiet houdt, meestal rond de 80 km/h, afhankelijk van het type reservewiel. Ook is het goed om te weten dat je niet te lang met een reservewiel moet rijden. Laat altijd het beschadigde wiel zo snel mogelijk vervangen door een nieuwe band in een garage.