In 1968 zag de fietsenindustrie groei door de toenemende vraag naar persoonlijke vervoersmiddelen. Mensen begonnen steeds meer te kiezen voor fietsen als een duurzame en praktische optie voor dagelijkse verplaatsingen. Dit leidde tot een stijging in de productie en variatie van fietsen, met een focus op gebruiksvriendelijkheid en comfort.
Populaire types fietsen in 1968 waren onder andere stadsfietsen en sportieve modellen. Brommers, vooral de scooters, waren ook in trek. Deze voertuigen waren geliefd bij jongeren en volwassenen, en werden vaak gebruikt voor korte ritten naar het werk of school. De keuze was divers en paste bij de levensstijl van veel mensen.
De fiets speelde een cruciale rol in het dagelijks leven van mensen in 1968. Het was een belangrijk vervoersmiddel voor woon-werkverkeer, en veel mensen gebruikten het om boodschappen te doen of naar vrienden te gaan. Fietsen was niet alleen praktisch, maar ook een manier van sociale interactie en vrijetijdsbesteding.
In 1968 waren er enkele innovatieve veranderingen in de technologie van fietsen en brommers. Er werd meer gebruikgemaakt van lichtgewicht materialen en er kwamen nieuwe versnellingssystemen op de markt. Dit gaf fietsers meer controle en maakte langere ritten een stuk comfortabeler.
De fietscultuur in 1968 was meer gericht op gebruik en minder op het competitieve aspect, in tegenstelling tot nu. Fietsen was een alledaagse activiteit voor iedereen, en er was nog niet zoveel aandacht voor design of status. Tegenwoordig is er ook een grotere focus op duurzame mobiliteit en lifestyle-georiënteerde fietsen.