Oude sprookjes hebben vaak hun oorsprong in orale verteltradities, waar ze van generatie op generatie werden doorgegeven. Deze verhalen zijn vaak gebaseerd op folklore en reflecteren de cultuur en normen van de tijd en plaats waarin ze zijn ontstaan.
Oude sprookjes hebben een grote invloed gehad op moderne verhalen en literatuur. Veel hedendaagse films en boeken lenen elementen zoals personages en thema's van klassieke sprookjes, waardoor ze een nieuwe generatie publiek weten te bereiken en weer betekenisvol worden. Denk aan hoe verhalen zoals 'Sneeuwwitje' of 'Assepoester' zijn geïnterpreteerd in moderne films.
De moraal in oude sprookjes fungeert vaak als een levensles. Ze zijn ontworpen om jonge luisteraars te onderwijzen over goed en kwaad, en benadrukken waarden zoals eerlijkheid, moed, en de gevolgen van verkeerde keuzes. Hierdoor blijven de lessen ook relevant in de huidige tijd.
Belangrijke auteurs van klassieke sprookjes zijn onder anderen de gebroeders Grimm en Hans Christian Andersen. Hun verhalen zijn iconisch geworden en worden wereldwijd erkend. De gebroeders Grimm hebben vooral volksverhalen verzameld en opgeschreven, terwijl Andersen zich meer richtte op originele verhalen met een unieke stijl.
Oude sprookjes worden in verschillende culturen op unieke manieren verteld. In sommige culturen worden ze verteld met een sterke nadruk op gemeenschap en familie, terwijl in andere meer nadruk ligt op individuele heldendaden. De thema's en personages kunnen ook variëren, afhankelijk van de culturele context en tradities.