In de zomer is de mus druk in de weer met het bouwen van zijn nest. Ze kiezen vaak beschutte plekken zoals muurspleten, onder dakpannen of in dichte struiken. Een vrouwtje kiest een geschikte plek, waarna ze materialen verzamelt zoals gras, bladeren en veertjes om een zacht en warm nest te maken. Het nest is vaak vrij onopvallend, zodat het beschermd is tegen roofdieren.
Mussen zijn vrij gemakkelijk te herkennen aan hun compacte lichaam, korte staart en stevige snavel. Hun kleur varieert; mannetjes zijn vaak donkerder met een grijze kruin, terwijl vrouwtjes en jonge vogels een meer verfijnde bruine kleur hebben. Ook zijn ze vaak erg sociaal en zie je ze in groepen rondvliegen of samenvoeden.
Mussen spelen een cruciale rol in het ecosysteem. Ze helpen bij het verspreiden van zaden en het afbreken van insectenplagen, wat bijdraagt aan een gezonde omgeving. Door hun eetgewoontes helpen ze ook de voedselketen te stabiliseren. Een gezonde muspopulatie duidt vaak op een goed ecosysteem.
Je kunt mussen helpen door een vogelvriendelijke tuin te creëren. Dit kun je doen door struiken en bomen te planten die beschutting bieden, en door vogelvoeding aan te bieden, zoals vetbollen en zaden. Zorg ook voor drinkwater in de tuin. Het creëren van een divers ecosysteem helpt ook om meer insecten aan te trekken, wat mussen ten goede komt.
De huismus en ringmus zijn beide leden van de mussenfamilie, maar ze hebben enkele verschillen. De huismus heeft een herkenbare zwarte bef en een grijze kruin, terwijl de ringmus een lichter uiterlijk heeft en een minder opvallende bek. Voorts is de ringmus vaak wat schuchterder en wordt hij minder vaak gezien in stedelijke gebieden dan de huismus.