Metamorfose gebeurt vaak in verschillende stadia, afhankelijk van de soort. Bij insecten zoals vlinders zie je meestal vier stappen: de eierfase, de larvale fase (rups), de popfase en tenslotte de volwassen fase. Tijdens elk stadium verandert het insect aanzienlijk, vooral tijdens de overgang van rups naar vlinder.
In de natuur is metamorfose essentieel voor de overleving van veel soorten. Het maakt het mogelijk dat dieren zich aanpassen aan verschillende omgevingen of levensstijlen gedurende hun leven. Bijvoorbeeld, een rups eet voornamelijk bladeren, terwijl een volwassen vlinder vooral nectar drinkt.
Een goed voorbeeld van metamorfose in de insectenwereld is de levenscyclus van een vlinder. De rups is vaak een geheel andere vorm dan de volwassen vlinder. Evenzo ondergaan kikkers metamorfose, waarbij ze eerst als eitjes beginnen, dan als larven (kikkerdril) en uiteindelijk ontwikkelen ze zich tot volwaardige kikkers.
Metamorfose is van cruciaal belang voor de biodiversiteit. Het stelt soorten in staat om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden en zo hun voortbestaan te waarborgen. Dit aanpassingsvermogen kan ook leiden tot een verscheidenheid aan en unieke levensstijlen binnen dezelfde soort.
Metamorfose werd vaak afgebeeld in literaire werken en kunst als een symbool van verandering en groei. Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van de schone lelie die zich tot een vlinder ontwikkelt, wat een metafoor kan zijn voor persoonlijke ontwikkeling en spirituele transformatie.