De belangrijkste bronnen van het recht zijn wetten, jurispredentie en de rechtsleer. Wetten worden vastgesteld door de overheid en vormen de basis voor rechtsregels. Jurisprudentie verwijst naar uitspraken van rechters die als precedent kunnen dienen. Rechtsleer zijn de opvattingen van juridische deskundigen die de interpretatie van recht kunnen beïnvloeden.
Het recht ontwikkelt zich door verschillende mechanismen, waaronder maatschappelijke veranderingen, technologische vooruitgang en rechtspraak. Nieuwe wetten kunnen worden opgesteld naar aanleiding van verschuivingen in de samenleving. Bovendien kunnen rechters nieuwe interpretaties van bestaande wetten ontwikkelen, wat kan leiden tot veranderingen in hoe het recht wordt toegepast.
Publiekrecht regelt de verhouding tussen de overheid en de burgers. Dit omvat onder andere bestuursrecht, staatsrecht en strafrecht. Privaatrecht daarentegen regelt de onderlinge verhoudingen tussen burgers, zoals contracten en eigendom. Het belangrijkste verschil ligt dus in wie de partijen zijn en welke belangen er spelen.
Rechters hebben een cruciale rol binnen het rechtssysteem. Ze zorgen voor de handhaving van wet- en regelgeving en hebben de taak om geschillen tussen partijen te beslechten. Daarnaast interpreteren zij de wet en vormen zij een belangrijke schakel in de rechtsontwikkeling, aangezien hun uitspraken vaak als precedent dienen voor toekomstige zaken.
De basisprincipes van het strafrecht zijn onder andere legaliteit, individuele aansprakelijkheid en proportionaliteit. Legaliteit houdt in dat alleen die daden strafbaar zijn die bij wet zijn vastgelegd. Individuele aansprakelijkheid betekent dat niet iemand anders verantwoordelijk gehouden kan worden voor jouw daden. Proportionaliteit houdt in dat de straf in verhouding moet staan tot de ernst van het delict.