De geschiedenis van de Belgische Congo begint in de late 19e eeuw toen Leopold II van België het land als privé-kolonie verwierf. Dit leidde tot een periode van uitbuiting en wreedheid, waarbij miljoenen Congolezen lijden onder de koloniale praktijken. In 1908 werd de controle over Congo overgedragen aan de Belgische staat, en het land bleef een kolonie tot 1960, toen het zijn onafhankelijkheid verkreeg. Deze periode heeft een langdurige impact gehad op de politieke en sociale structuren in Congo.
De Belgische kolonisatie heeft een grote invloed gehad op de culturele ontwikkeling in Congo. Terwijl er elementen van westerse cultuur en onderwijs werden geïntroduceerd, werd de lokale cultuur vaak onderdrukt. Dit leidde tot een interessant mengsel van westerse invloeden en traditionele Afrikaanse cultuur. Veel Congolese kunstenaars en schrijvers putten uit deze mix in hun werk, en het heeft bijgedragen aan een unieke culturele identiteit in het moderne Congo.
Er zijn verschillende belangrijke literaire werken die de Belgische Congo als onderwerp hebben, zoals 'De zwarte massa' van Léon Damas en 'King Leopold's Ghost' van Adam Hochschild. Deze boeken bieden inzicht in de koloniale ervaringen en de gevolgen daarvan voor zowel de Congolezen als de kolonialisten zelf. Deze literatuur heeft bijgedragen aan een groter begrip van de impact van de Belgische kolonisatie en blijft relevant in huidige gesprekken over postkolonialisme.
In de huidige geschiedenis wordt de Belgische Congo vaak beschouwd als een periode van onderdrukking en uitbuiting. Voor veel Congolezen blijft het een pijnlijk hoofdstuk in hun nationale geschiedenis, terwijl in België de koloniale periode steeds meer wordt herzien en besproken. Dit heeft geleid tot een groeiend bewustzijn en gesprekken over verantwoordelijkheid en herstel van de schade die is aangericht tijdens de koloniale heerschappij.
Tijdens de Belgische koloniale periode werden er verschillende belangrijke producten geëxporteerd uit Congo, met rubber en ivoor als de meest prominente. Rubber was bijzonder waardevol en droeg bij aan de winst van de Belgische economie, ondanks de gruwelijke omstandigheden waaronder het werd gewonnen. Daarnaast waren mineralen zoals koper en goud ook belangrijke exportproducten, die nog steeds van vitaal belang zijn voor de Congolese economie vandaag de dag.