Er zijn verschillende klassieke wiskunde boeken die een grote invloed hebben gehad op het vak. Een voorbeeld is 'De Elementen' van Euclides, waarin hij de fundamenten van de geometrie vastlegde. Ook 'De Astronomie' van Ptolemaeus is een cruciaal werk, waarin wiskundige modellen van de sterrenhemel worden beschreven. Daarnaast zijn de werken van Archimedes van groot belang, vooral zijn benadering van meetkunde en de oppervlakteberekeningen.
Wiskunde boeken uit de antieke tijd zijn nog steeds relevant omdat ze de basisprincipes van de wiskunde leggen. Veel moderne wiskunde is opgebouwd uit concepten die oorspronkelijk zijn ontwikkeld door wiskundigen zoals Archimedes en Plato. Door deze boeken te bestuderen, begrijp je niet alleen de geschiedenis van de wiskunde, maar ook hoe de huidige methoden en theorieën zijn ontstaan.
Antieke wiskunde boeken behandelen vaak onderwerpen zoals geometrie, algebra, en de basisprincipes van de rekenkunde. Ze zijn ook gericht op praktische toepassingen, zoals het meten van land en het navigeren op zee. Andere onderwerpen zijn de theorie van cijfers, meetkunde van cirkels, en het oplossen van wiskundige puzzels en problemen.
De illustraties in antieke wiskunde boeken zijn meestal handgetekend en vaak prachtig gedetailleerd. Ze werden gemaakt met behulp van inkt en soms kleurstoffen, afhankelijk van de periode. Deze illustraties dienden om complexe concepten visueel weer te geven, wat het begrijpen vergemakkelijkte. Ook werden ze vaak in combinatie met teksten geplaatst om uitleg te geven over de getoonde wiskundige principes.
Een goed wiskunde boek uit de kunst en antiek periode kenmerkt zich door zijn duidelijkheid en de structuur in presentatie. Het boek moet ookrijke illustraties bevatten die de wiskundige concepten visueel maken. Bovendien is het belangrijk dat het boek de principes op een systematische manier uitlegt, zodat de lezer eenvoudig kan volgen en leren.