Er zijn verschillende technieken voor etsen, zoals lijnetsen, droognaald, aquatint en mezzotint. Lijnetsen is de oudste en meest voorkomende techniek, waarbij met een etsnaald lijnen in een plaat worden gekrast. Droognaald gebruikt een scherpe naald om directe, ruwe lijnen te creëren. Aquatint wordt vaak gebruikt voor het maken van schaduw en textuur, terwijl mezzotint een speciaal soort plaat vereist die gelijkmatig wordt gekrast voor een vloeiende toon.
Etsen kan een geweldige techniek zijn om unieke texturen en diepte aan je kunstwerken toe te voegen. Je kunt er mee experimenteren door verschillende inktsoorten en papier te gebruiken. Door het bewerken van de plaat kun je ook speciale effecten zoals transparantie creëren. Etsen kan je helpen om je artistieke visie op een nieuwe manier te realiseren.
Voor het maken van een ets heb je verschillende materialen nodig, waaronder een metalen plaat (koperen, zinken of stalen), etsphalt (een beschermende waslaag), etsnaalden, een drukpers en speciale inkt. Daarnaast is het handig om materiaal zoals schuurpapier, polijstmiddel en een zuur bad te hebben om de plaat voor te bereiden en te bewerken.
De stappen om zelf een ets te maken zijn als volgt: begin met het reinigen en polijsten van je plaat. Breng vervolgens een waslaag aan en gebruik je etsnaald om je ontwerp te maken. Dompel de plaat dan in een zuur bad om de lijnen in de plaat te etsen. Na het etsen breng je inkt aan en druk je de plaat af op speciaal papier. Het vergt geduld, maar het proces is zeer bevredigend.
Om etsen digitaal te reproduceren kun je gebruik maken van hoge resolutie scanners of camera's waarmee je je kunstwerk digitaal kunt vastleggen. Eenmaal digitaal kun je de afbeelding bewerken in software zoals Photoshop. Dit zorgt ervoor dat je het kunt printen of delen zonder je originele kunstwerk te beschadigen.