Om te controleren of je thermostaat goed werkt, kun je beginnen met het instellen van een specifieke temperatuur. Let daarna op of de verwarming of koeling aanspringt en of deze de gewenste temperatuur bereikt en behoudt. Als de thermostaat regelmatig de ingestelde temperatuur niet haalt of als de radiatoren of ventilatoren niet aan gaan, kan er iets mis zijn. Het is ook handig om te luisteren naar de geluiden die de thermostaat maakt; als je vreemde geluiden hoort, is dat vaak een teken dat er een probleem is.
Een paar veelvoorkomende problemen bij thermostaten zijn dat ze vastlopen, de temperatuur niet goed meten of helemaal niet reageren. Soms kan het zijn dat de thermostaat niet goed is aangesloten op de stroomvoorziening of dat de instellingen niet goed zijn. Daarnaast kunnen factoren zoals een slechte locatie van de thermostaat, bijvoorbeeld te dichtbij een verwarming of een raam, de werking beïnvloeden. Dit heeft invloed op de nauwkeurigheid van de temperatuurmeting en kan leiden tot ongewenste verwarming of koeling.
Je kunt de temperatuur van je thermostaat aanpassen door de knoppen op het apparaat te gebruiken, meestal een toetsenbord of draaiknop. Bij digitale thermostaten kun je vaak een specifieke temperatuur instellen via een scherm. Vergeet niet dat je ook een programma kunt instellen voor de verschillende tijden van de dag, als je een programmeerbare thermostaat hebt. Hierdoor kun je de temperatuur automatisch aanpassen op basis van je dagelijkse routine, wat je comfort kan verhogen.
Het is niet nodig om je thermostaat continu aan te laten staan. Veel mensen stellen hun thermostaat in op een bepaalde tijdschema om energie te besparen. Als je overdag van huis bent, kun je de temperatuur verlagen en deze later weer verhogen voordat je thuis komt. Dit voorkomt overmatig energieverbruik, terwijl je toch een comfortabel huis hebt wanneer je er bent. Een slimme thermostaat kan ook helpen om automatisch de temperatuur aan te passen op basis van jouw gewoontes.
Om een thermostaat correct te installeren, begin je met het uitschakelen van de stroom naar je verwarmingssysteem om veilig te kunnen werken. Verwijder de oude thermostaat en noteer welke draden waar zijn aangesloten. Volg de instructies van de fabrikant van de nieuwe thermostaat zorgvuldig, waarbij je de draden op de juiste plaatsen aansluit. Bevestig de thermostaat aan de muur en schakel de stroom weer in. Test daarna of alles goed werkt door de temperatuur in te stellen en te controleren of de verwarming of koeling actief wordt.