Farao's worden vaak geassocieerd met indrukwekkende bouwwerken zoals de piramides van Gizeh, de Sfinx en tempels zoals die van Karnak en Luxor. Deze monumenten waren niet alleen graven of plaatsen van aanbidding, maar ook een manier voor farao's om hun macht en goddelijke status te tonen. De Gizeh-piramides, bijvoorbeeld, zijn nog steeds een van de zeven wonders van de antieke wereld en trekken jaarlijks miljoenen bezoekers aan.
Farao's waren niet alleen politieke leiders, maar ook religieuze figuren die de verbinding tussen de mensen en de goden vertegenwoordigen. Ze waren verantwoordelijk voor het welzijn van het land en de uitvoering van religieuze ceremonies. Farao's werden beschouwd als goden op aarde, wat hun rol cruciaal maakte voor de stabiliteit en het welzijn van de samenleving.
In de oude Egyptische samenleving werd een farao meestal geboren in de koninklijke familie. De troonopvolging volgde vaak een systeem van erfelijkheid, waarbij de oudste zoon van de farao de meest waarschijnlijke erfgenaam was. Er waren echter ook gevallen van broers of zussen die de troon konden betreden, vooral als de erfgenaam vroeg stierf of niet geschikt werd geacht.
De dood van een farao ging gepaard met uitgebreide rituelen, zoals het balsemen van het lichaam om het voor de eeuwigheid te bewaren. Er vonden vaak grote uitvaarten plaats, en er werden schatten en goederen in de graftombe geplaatst om de farao te vergezellen in het hiernamaals. Het geloof in het leven na de dood was diep geworteld in de Egyptische cultuur, wat deze rituelen van groot belang maakte.
Hoewel er weinig geschreven materiaal van farao's zelf bewaard is gebleven, stralen kunst en archeologie een licht uit over hun mogelijkheden voor amusement. Vaardigheden als jagen, muziek maken en deelnemen aan religieuze festiviteiten leken populair. Historici denken dat ze ook genoten van ontspanning in hun paleizen en jachtpartijen, waar ze met vrienden en familie samenkwamen.