Het gebruik van opium kan verschillende risico's met zich meebrengen, waaronder verslaving en schadelijke lichamelijke effecten. Langdurig gebruik kan leiden tot een afname van de mentale en fysieke functies, en de kans op een overdosis neemt toe naarmate tolerantie toeneemt. Dit kan ook sociaal en emotioneel leed veroorzaken, wat een negatieve impact heeft op relaties en werk.
In verschillende culturen wordt opium al eeuwenlang gebruikt voor zowel medisch als recreatief gebruik. In sommige Oosterse landen is het gebruik van opiumhistorisch gezien een ingebakken onderdeel van sociale rituelen of traditionele geneeskunde. Het kan ook worden gerookt in speciale rokerijen, waar het deel uitmaakt van de culturele beleving.
Opium komt van de papaverplant, terwijl andere opiaten zoals morfine en heroïne synthetische of semi-synthetische afgeleiden zijn. Opium is dus een natuurlijke substantie, terwijl de andere vaak in laboratoria worden gemaakt. Hierdoor kunnen deze producten verschillende werkingssterktes en effecten hebben, en soms ook andere bijwerkingen.
Opium beïnvloedt de hersenen door zich te binden aan specifieke receptoren die verantwoordelijk zijn voor pijnperceptie en het creëren van gevoelens van euforie. Dit kan positieve gevoelens en pijnverlichting geven, maar het kan ook leiden tot een verstoring van de natuurlijke neurotransmitterwerking, wat gevolgen kan hebben voor stemming en gedrag.
Symptomen van opiumverslaving zijn onder andere een sterke behoefte om het middel te gebruiken, problemen met sociale relaties, terugtrekking van dagelijkse activiteiten en lichamelijke symptomen zoals ontwenningsverschijnselen als het gebruik stopt. Daarnaast kunnen mentale gezondheidsproblemen zoals depressie en angst ook verergeren door verslaving.