In strips worden verschillende onderwerpen behandeld, van avontuur en fantasy tot drama en humor. Populaire thema's zijn superhelden, detectiveverhalen, en historische fictie. Ook zijn er strips die maatschappelijke kwesties aan de orde stellen, zoals klimaatverandering of sociale ongelijkheid, wat ze erg relevant maakt voor volwassen lezers.
Vlaamse strips onderscheiden zich door hun unieke tekenstijl en storytelling. Ze zijn vaak humoristisch van aard en bevatten een rijke culturele context. Veel Vlaamse strips spelen in op alledaagse situaties en herkenbare karaktertypes. Bekende verhalen bevatten vaak een combinatie van slapstick, satire en maatschappijkritiek.
Stripverhalen ontstaan meestal uit een samenwerking tussen scenaristen en tekenaars. De scenarist bedenkt het verhaal en de dialogen, terwijl de tekenaar de beelden tot leven brengt. Dit kan een intensief proces zijn, waarbij meerdere schetsen en revisies nodig zijn om de uiteindelijke strip te creëren. Soms zijn er ook inkleurders en letteraars betrokken bij het proces.
Er zijn veel invloedrijke striptekenaars die de wereld van strips hebben gevormd. Denk aan Hergé, de bedenker van Kuifje, en André Franquin, beroemd om zijn werk aan Gaston en Robbedoes. Hun werk heeft talloze andere kunstenaars geïnspireerd en ze hebben bijgedragen aan de evolutie van het stripmedium door nieuwe kunststijlen en narratieve technieken te introduceren.
Strips bieden een unieke leeservaring, omdat ze tekst en beeld combineren. Dit maakt het toegankelijk voor verschillende leeftijdsgroepen en leestypes. Ze stimuleren de verbeelding en kunnen complexe verhalen op een visueel aantrekkelijke manier vertellen. Voor veel lezers zijn strips een geweldige manier om hun liefde voor lezen te ontdekken, vooral voor wie misschien meer moeite heeft met traditionele boeken.