Barometers zijn al sinds de 17e eeuw in gebruik en zijn ontwikkeld door wetenschappers zoals Evangelista Torricelli. Hij ontdekte dat lucht druk uitoefent en dat je dit kan meten met kwik. Sindsdien zijn er steeds meer innovaties geweest, zoals de aanpassing naar aneroïde barometers die geen vloeistof gebruiken, wat ze veel handiger maakt voor dagelijks gebruik.
Een barometer werkt door de luchtdruk te meten. Bij een aneroïde barometer zit er een kleine metalen doos die samengedrukt wordt als de luchtdruk stijgt en uitrekt als deze daalt. Dit mechanisme beweegt een wijzer op de schaal, waardoor je kunt aflezen of de druk stijgt of daalt. Bij kwikbarometers wordt de hoogte van het kwikniveau gemeten, afhankelijk van de druk op het oppervlaktewater.
Er zijn voornamelijk twee soorten barometers: kwik- en aneroïde barometers. Kwikbarometers gebruiken vloeistof om luchtdruk te meten, terwijl aneroïde barometers gebruik maken van een flexibele metalen doos. Daarnaast zijn er digitale barometers die elektronische sensoren gebruiken om luchtdruk te meten en weer te geven.
Om je barometer goed te onderhouden, is het belangrijk om hem op een plek te plaatsen waar hij niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of vochtigheid. Regelmatig aflezen en een tik tegen de barometer geven kan ervoor zorgen dat hij goed blijft functioneren. Het is ook nuttig om de barometer iedere paar maanden opnieuw in te stellen, vooral als je merkt dat de aflezingen inconsistente waarden tonen.
Voor meteorologen is de barometer een essentieel instrument omdat het helpt bij het voorspellen van weersveranderingen. Door trends in luchtdruk te analyseren, kunnen ze verwachten of het weer over een paar dagen zal verbeteren of verslechteren. Hierdoor kunnen ze nauwkeurige weersvoorspellingen geven die belangrijk zijn voor allerlei sectoren.