In de Rioja-regio worden voornamelijk druivenrassen zoals Tempranillo, Garnacha, Graciano en Mazuelo verbouwd. Tempranillo is de meest gebruikte druif en staat bekend om zijn rijke, fruitige smaken. Garnacha voegt vaak een kruidige en fruitige dimensie toe, terwijl Graciano en Mazuelo soms worden gebruikt voor extra complexiteit en structuur.
Rioja-wijnen hebben de potentie om lange tijd te verouderen, afhankelijk van de classificatie. Jonge wijnen kunnen meestal 2 tot 5 jaar goed blijven, terwijl reservas en gran reservas tot wel 20 jaar of langer kunnen worden bewaard. Het is belangrijk om de wijn op een koele, donkere plek te bewaren voor de beste resultaten.
De Rioja-wijnen zijn onderverdeeld in verschillende classificaties zoals Joven, Crianza, Reserva en Gran Reserva. Joven wijnen zijn jong en fruitig, terwijl Crianza-minimaal een jaar op eikenhout moet rijpen. Reserva-wijnen hebben minimaal drie jaar rijping, waarvan één jaar in een vat, en Gran Reserva-wijnen zijn de meest prestigieuze met ten minste vijf jaar rijping, waarvan twee jaar in een vat.
Het klimaat in Rioja is mediterraan, met warme zomers en koele winters. Dit zorgt voor een lange groeiperiode voor de druiven, wat essentieel is voor de ontwikkeling van smaken. Deze klimatologische omstandigheden helpen ook bij het behoud van de zuurheid in de druiven, wat een belangrijk aspect is voor de balans en smaak van de wijnen.
De beste tijd om een Rioja-wijn te drinken hangt af van de stijl en rijping. Jonge Joven en Crianza wijnen zijn ideaal om meteen na aankoop van te genieten, terwijl Reserva en Gran Reserva wijnen vaak beter tot hun recht komen na enige jaren rijping. Een goede richtlijn is om te kijken naar de specifieke aanbevelingen voor de wijnsoort, maar meestal maakt een stabieler klok- of seizoensgebonden scenario een mooie gelegenheid om deze wijnen te proeven.