Goed droog brandhout is cruciaal voor een efficiënt en veilig vuur. Het zorgt ervoor dat de rookontwikkeling minimaal is, wat beter is voor het milieu en de luchtkwaliteit. Bovendien brandt droog hout beter en produceert het meer warmte, wat betekent dat je minder hout nodig hebt om je ruimte warm te houden. Vochtig hout daarentegen kan leiden tot creosootvorming in schoorstenen, wat brandgevaarlijk is.
Lokaal gekapt brandhout heeft enkele belangrijke voordelen. Het is vaak verser en goed gedroogd, omdat het direct uit de regio komt. Dit draagt ook bij aan de lokale economie en vermindert de ecologische voetafdruk die gepaard gaat met transport. Bovendien zijn de houtsoorten vaak aangepast aan het klimaat, wat betekent dat ze optimaal branden bij de lokale omstandigheden.
Om brandhout goed op te slaan, is het belangrijk dat het op een droge plek ligt waar lucht goed kan circuleren. Gebruik bijvoorbeeld een open ruimte of een goed geventileerde schuur. Zorg ervoor dat het hout niet rechtstreeks op de grond ligt, omdat dit vocht kan vasthouden. Het gebruik van een afdak of een tarp kan ook helpen om het hout droog te houden, maar zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor lucht om rondom het hout te circuleren.
De meest geschikte soorten brandhout voor een open haard zijn hardhoutsoorten zoals beuken, eiken en berken. Hardhout brandt langzamer en gelijkmatiger, wat zorgt voor een constante warmteafgifte. Ze produceren ook minder rook en as in vergelijking met zachthout, wat belangrijk is voor een schone verbranding en beter onderhoud van je haard.
Goede kwaliteit brandhout herken je aan verschillende kenmerken. Kijk naar de kleur en de textuur; droog hout is vaak lichter van kleur en voelt droog aan. De schors komt gemakkelijker los en het hout klinkt hol wanneer je het tegen elkaar slaat. Vermijd hout met schimmels, barsten of een muffe geur, omdat dit kan wijzen op vochtig of rot hout.