Lokaal brandhout heeft verschillende voordelen. Ten eerste is de ecologische voetafdruk kleiner, omdat het minder transport vereist. Dit helpt het milieu te beschermen. Bovendien ondersteunt het kopen van lokaal hout de lokale economie en zelfstandige bosbouwers. Lokaal hout is vaak goed aangepast aan het klimaat, wat betekent dat het beter brandt en meer warmte afgeeft.
Over het algemeen moet je brandhout minimaal zes maanden laten drogen voordat je het gebruikt, maar idealiter zelfs een jaar. Dit zorgt ervoor dat het vochtgehalte van het hout daalt, wat helpt om een efficiënte en schonere verbranding te garanderen. Hoe droger het hout, hoe beter het brandt en hoe minder rook er ontstaat.
De beste houtsoorten voor een open haard zijn meestal hardhoutsoorten zoals eik, beuk en esdoorn. Deze houtsoorten branden langer en geven meer warmte af dan zachtere houtsoorten. Daarnaast hebben ze de neiging om minder rook en creosoot te produceren, wat belangrijk is voor de veiligheid en efficiëntie van je open haard.
Om brandhout goed te bewaren, moet je het op een droge en goed geventileerde plek houden. Gebruik een afdak of zorg ervoor dat het hout niet in contact komt met de grond, zodat het niet vochtig wordt. Het is ook een goed idee om het hout in houtstapels op te slaan, waarbij je voldoende ruimte tussen de stukken laat voor de luchtcirculatie.
Duurzaam brandhout kiezen is belangrijk omdat het helpt bij het behoud van bossen en het verminderen van ontbossing. Duurzaam hout komt uit beheerde bossen waarbij rekening wordt gehouden met ecologische en sociale waarden. Dit zorgt ervoor dat de houtproducten beschikbaar blijven voor toekomstige generaties, terwijl het milieu wordt beschermd en biodiversiteit wordt bevorderd.