Je kunt meestal zien dat je tank bijna leeg is door de benzinemeter op je dashboard in de gaten te houden. De meeste auto's hebben een indicator die aangeeft hoe vol je tank is. Zodra je in de buurt van de 'lege' markering komt, is het verstandig om zo snel mogelijk te tanken.
Het is niet ideaal om met een lege benzinetank te rijden, omdat dit kan leiden tot schade aan de brandstofpomp en andere motorcomponenten. Daarnaast kunnen er ook onzuiverheden van de bodem van de tank in het brandstofsysteem komen, wat kan leiden tot verstoppingen.
De afstand die je kunt afleggen zodra het brandstoflampje brandt, hangt af van je auto en rijomstandigheden. Gemiddeld kun je nog zo'n 30 tot 50 kilometer rijden, maar het is cruciaal om de tank zo snel mogelijk te vullen om mogelijke schade te voorkomen.
Als je zonder benzine komt te staan, is het belangrijk om veilig aan de kant van de weg te stoppen. Bel vervolgens indien nodig voor hulp of probeer een vrienschap of familie te bellen om je een beetje brandstof te brengen. Het moet je ook leren om altijd even een flesje benzine in je auto te hebben voor noodgevallen!
Niet elke benzinesoort is geschikt voor alle auto’s. Het is belangrijk om de aanbevelingen in de handleiding van je auto te volgen. Meestal wordt RON 95 of RON 98 aanbevolen, afhankelijk van het motor- en prestatiebehoeften.