Om je kachel goed aan te zetten, begin je met het maken van een goede basis. Gebruik droog hout en zorg voor voldoende aanmaakmateriaal. Zet het aanmaakmateriaal onderin de kachel en leg daarbovenop kleine, dunne houtjes. Maak het vuur aan en zorg ervoor dat de luchttoevoer open is zodat er genoeg zuurstof bij het vuur kan komen. Zodra het vuur goed brandt, kun je grotere blokken hout toevoegen om een constante warmte te behouden.
Als je kachel rook geeft, is dat meestal een teken dat er iets niet goed gaat. Controleer eerst of de luchttoevoer goed is ingesteld en of de kachel goed is aangelegd. Kijk ook of de schoorsteen niet verstopt is. Als het probleem aanhoudt, is het verstandig om een specialist in te schakelen om je kachel en rookkanaal te controleren, zodat je zeker weet dat alles veilig is.
Voor het onderhoud van je kachelpijp is het belangrijk om deze regelmatig schoon te maken. Dit kun je doen door de kachel regelmatig te laten roken om te voorkomen dat er creosoot of andere afzettingen ontstaan. Vergeet niet om de rookkanaal regelmatig te laten vegen door een vakman, dit zorgt ervoor dat alles veilig blijft en voorkomt schoorsteenbrand.
Zelf een kachelpijp installeren kan riskant zijn, vooral als je niet bekend bent met de richtlijnen en regels die erbij komen kijken. Als je ervoor kiest om het zelf te doen, zorg er dan voor dat je goed geïnformeerd bent over de installatievoorschriften en dat je de juiste materialen gebruikt. Voor een veilige en correcte installatie is het aan te raden om een professional in te schakelen.
Voor je kachelpijp heb je vaak enkele accessoires nodig, zoals een rookafvoerset, hittebestendige kit, en metalen klemmen om de onderdelen stevig te bevestigen. Afhankelijk van je specifieke situatie kunnen ook extra onderdelen zoals bochten, verlengstukken of een regenkap nodig zijn om de pijp goed te laten functioneren.