De gele trui is voor de leider in het algemeen klassement, wat betekent dat de coureur met de snelste totale tijd deze trui draagt. De groene trui is voor de beste sprinter, gebaseerd op punten die worden verdiend tijdens de etappes en tussensprints. De bolletjestrui daarentegen wordt gegeven aan de beste klimmer, waarbij punten worden toegekend op basis van het behalen van bergtoppen.
De winnaar van de Tour de France is de renner die na alle etappes de snelste totale tijd heeft. Dit houdt in dat alle uren, minuten en seconden van elke etappe worden opgeteld. Als er een gelijkspel is, wordt er gekeken naar de beste etappe-resultaten om de uiteindelijke winnaar te bepalen.
De zwaarste etappes zijn meestal de bergetappes in de Alpen of Pyreneeën. Deze etappes bevatten vaak meerdere zware bergen die erg uitdagend zijn voor de renners. Daarnaast zijn tijdritten ook intensief, vooral als ze heuvelachtig zijn.
De totale afstand van de Tour de France varieert elk jaar, maar meestal ligt het rond de 3.500 kilometer. Dit is verdeeld over ongeveer 21 etappes, verspreid over drie weken. De afstand kan echter optreden door het aantal bergen en tijdritten.
De regeltjes omtrent doping zijn zeer streng. Renners moeten zich houden aan de richtlijnen van de UCI, de internationale wielerunie. Regelmatige controles worden uitgevoerd en bij het aantonen van dopinggebruik worden zware straffen opgelegd, zoals schorsingen of zelfs levenslange bans.