Zelf een quilt maken begint met het kiezen van een patroon en de stoffen die je wilt gebruiken. Zorg dat je genoeg stof hebt en begin met het snijden van de lapjes. Na het naaien van de lapjes aan elkaar ga je de lagen samenvoegen: meestal een bovenkant, een isolatielaag en een achterkant. Quilten kan met de hand of met een machine, afhankelijk van wat je het lekkerste vindt. Vergeet niet om je quilt goed te strijken tijdens het proces!
De beste stoffen voor quilten zijn meestal katoen of katoenmengsels omdat ze sterk en gemakkelijk te verwerken zijn. Katoen heeft ook het voordeel dat het goed blijft zitten in de was. Kijk ook naar de prints die je aanspreken, want dat maakt jouw quilt persoonlijk. Zorg ervoor dat de stoffen die je kiest goed bij elkaar passen qua kleur en patroon.
Je kunt je quilt eenvoudig onderhouden door deze regelmatig te wassen in koud water met een mild wasmiddel. Vermijd bleekmiddelen, omdat deze de kleuren kunnen aantasten. Na het wassen is het goed om de quilt plat te laten drogen om vervorming te voorkomen. Indien nodig, kun je de quilt strijken op een lage temperatuur om eventuele kreukels te verwijderen.
Populaire technieken in het quilten zijn onder andere patchwork, appliqueren, en doorquilten. Patchwork gaat om het aan elkaar naaien van verschillende stofjes, terwijl appliqueren houdt in dat je een stofpatroon op een andere stof naait. Doorquilten is het proces waarbij je de lagen van de quilt aan elkaar vastnaait, wat ook zorgt voor een mooie afwerking.
Ja, je kunt zeker met restjes stof een quilt maken! Dit wordt vaak 'scrap quilting' genoemd en het is een geweldige manier om je restjes te gebruiken. Je kunt verschillende technische stijlen en patronen combineren, waardoor je een unieke en persoonlijke quilt creëert. Het is ook leuk om creatief om te gaan met de kleuren en texturen van de overgebleven stoffen!