Om de perfecte wafelbeslag te maken, begin je met het mengen van 250 gram bloem, 2 eetlepels suiker, 1 zakje vanillesuiker, 1 theelepel bakpoeder en een snufje zout. Klop daarna 2 eieren los in een aparte kom en voeg 350 ml melk en 100 gram gesmolten boter toe. Meng de droge ingrediënten door de natte ingrediënten tot je een glad beslag hebt. Laat het beslag even rusten voor je het in het wafelijzer doet.
Bij wafels passen allerlei toppings, afhankelijk van je voorkeur. Populaire keuzes zijn slagroom, vers fruit zoals aardbeien of bananen, chocolade- of karamelsaus, en ijs. Je kunt ook een beetje poedersuiker eroverheen strooien voor een zoete afwerking. Experimenteren met verschillende combinaties kan echt leuk zijn!
Ja, absoluut! Je kunt gezondere wafels maken door volkorenmeel in plaats van witte bloem te gebruiken. Daarnaast kun je de suiker vervangen door honing of ahornsiroop. Voeg extra vezels toe met gemalen lijnzaad of een banaan in het beslag. Dit verhoogt niet alleen de voedingswaarde, maar maakt de wafels ook lekkerder!
Het belangrijkste verschil tussen Belgische en gewone wafels is de structuur en dikte. Belgische wafels zijn vaak luchtiger en dikker, met een diepere structuur waardoor ze perfect zijn voor toppings. Gewone wafels zijn meestal dunner en krokanter. Dit komt door de soort beslag en de bereidingswijze. Beide zijn heerlijk op hun eigen manier!
Als je overgebleven wafels hebt, laat ze eerst volledig afkoelen. Wikkel ze vervolgens individueel in plasticfolie of stop ze in een luchtdichte bak. Je kunt ze ook in de vriezer bewaren voor langere tijd. Als je ze wilt opwarmen, gebruik dan een toaster of oven, zodat ze weer lekker knapperig worden.