Het belangrijkste verschil tussen een installatieautomaat en een zekering is dat een installatieautomaat een automatische reset heeft, terwijl een zekering vervangen moet worden na een uitschakeling. Bij een installatieautomaat wordt de stroom automatisch weer ingeschakeld zodra het probleem is opgelost, wat erg handig is in huishoudens. Een zekering daarentegen biedt ook bescherming maar werkt meer als een eenmalige veiligheidsmaatregel.
Om een automaat in je elektriciteitskast te installeren, begin je met het uitschakelen van de hoofdschakelaar om veilig te kunnen werken. Vervolgens moet je de oude zekering of automaat verwijderen. Bevestig de nieuwe automaat op de rails in de kast en zorg ervoor dat je de draden correct aansluit: de fase, de nul en de aarddraad. Sluit alles weer voorzichtig aan en zet de hoofdschakelaar weer aan. Test of alles werkt.
Het is van groot belang om automaten van goede kwaliteit te gebruiken, omdat ze een cruciale rol spelen in de veiligheid van je elektrische installatie. Goede automaten kunnen beter omgaan met pieken in de stroomsterkte en reduceren het risico op kortsluiting of brand. Bovendien gaan kwaliteitsautomaat vaak langer mee en bieden ze meer betrouwbare bescherming.
De voordelen van het gebruik van automaten zijn talrijk. Ze bieden niet alleen bescherming tegen kortsluiting en overbelasting van je elektrische installatie, maar ze zorgen er ook voor dat jouw apparatuur veiliger is. Bij een probleem schakelt de automaat automatisch uit, wat verdere schade voorkomt. Bovendien zijn veel automaten eenvoudig te resetten, wat handig is in geval van een storing.
In een gemiddelde woning heb je meestal tussen de 6 en 12 automaten nodig, afhankelijk van het aantal kamers en de elektrische apparaten die je hebt. Elke ruimte of groep van apparaten heeft zijn eigen circuit nodig, dus het is belangrijk om een goede planning te maken bij de installatie om ervoor te zorgen dat je voldoende beschermingen hebt.