De farao's hebben talloze indrukwekkende prestaties geleverd, waaronder de bouw van monumentale tempels en piramides die nog steeds bewonderd worden. De piramides van Gizeh zijn misschien wel de meest iconische voorbeelden, waarbij de Grote Piramide werd gebouwd als een graf voor farao Cheops. Daarnaast hebben farao's het oude Egypte een tijdperk van grote stabiliteit en voorspoed gebracht, wat leidde tot bloei in kunst en cultuur.
In de oude Egyptische samenleving werd de farao gezien als de goddelijke heerser en vertegenwoordiger van de goden op aarde. Men geloofde dat de farao de brug was tussen de mensen en de goden, en hij had de verantwoordelijkheid om de balans in de kosmos te behouden. Deze status gaf de farao niet alleen politieke macht, maar ook religieuze autoriteit en respect binnen de samenleving.
Verschillende symbolen zijn sterk verbonden met de farao, zoals de ankh, die leven symboliseert, en de sistrum, een muziekinstrument dat vaak in religieuze rituelen werd gebruikt. De kroon van de farao, bestaande uit de witte kroon van Opper-Egypte en de rode kroon van Beneden-Egypte, stond ook symbool voor de eenheid van beide gebieden. De staf en de zweep zijn andere symbolen die macht en autoriteit uitdrukken.
Een farao had meerdere belangrijke verantwoordelijkheden. Hij moest zorgen voor de bescherming van het land, de stabiliteit van de economie en het welzijn van zijn volk. Dit omvatte ook het beheer van landbouw, belastingheffing en het leiden van militaire campagnes. Bovendien speelde de farao een sleutelrol in religieuze rituelen en het bouwen van tempels om de goden te eren.
De opvolging van een farao was meestal erfelijk en ging vaak van vader op zoon. Er waren echter uitzonderingen, zoals bij Cleopatra VII, die zichzelf opwierp als farao en de dynastie voortzette. De machtsovername vereiste meestal ook goedkeuring van belangrijke priesters en de koninklijke hofhouding, die sterke invloed hadden op de stabiliteit van de nieuwe heerser.