Rutherford wordt vaak de 'vader van de kernfysica' genoemd vanwege zijn baanbrekende onderzoek naar de structuur van het atoom. Hij demonstreerde dat een atoom voornamelijk bestaat uit een lege ruimte, met een kleine, dichte kern die positieve lading bevat. Dit onderzoek heeft de basis gelegd voor verdere studies in de deeltjesfysica en atomiciteit.
Rutherford droeg bij aan ons begrip van radioactiviteit door de verschillende soorten straling te identificeren en de mechanismen achter radioactief verval te onderzoeken. Zijn ontdekking dat bepaalde elementen energie vrijgeven in de vorm van straling heeft geleid tot een beter begrip van de natuurkundige processen die aan radioactiviteit ten grondslag liggen.
Het goudfolie-experiment, uitgevoerd door Rutherford, was cruciaal in het ontdekken van de atoomstructuur. Door een dunne folie van goud te beschieten met alfa-deeltjes, ontdekte hij dat de meeste deeltjes gewoon doorgingen, maar dat sommige in een andere richting werden afgebocht. Dit leerde hem dat atomen een kleine, dichte kern moeten hebben die positieve lading heeft, wat leidde tot een nieuw atoommodel.
Rutherfords atoommodel is belangrijk omdat het een fundamentele verschuiving teweegbracht in onze manier van denken over atomen. Voor Rutherfords tijd werd het atoom gezien als een ondeelbaar deeltje. Zijn model gaf aan dat atomen intern complex zijn en dat de kern centraal staat, wat de basis legde voor latere ontwikkelingen, zoals het model van Bohr.
Het werk van Rutherford heeft een grote impact gehad op de moderne natuurkunde, vooral op het gebied van kernfysica en radioactiviteit. Zijn ontdekkingen inspireerden wetenschappers om verder te onderzoeken, wat leidde tot ons huidige begrip van elementaire deeltjes en de krachten die ze bij elkaar houden. Dit heeft ook toepassingen in nucleaire energie en medische technologieën opgeleverd.