Lenin zag de staat als een instrument van onderdrukking dat de belangen van de heersende klasse diende. Hij geloofde echter ook dat de staat kon worden gebruikt om de revolutionaire doelen van de arbeidersklasse te bevorderen. Volgens Lenin moest de staat, in de gedaante van een dictatuur van het proletariaat, de macht van de arbeidersclasser versterken en de bourgeoisie onder controle houden. Door middel van deze staat konden sociale en economische veranderingen worden doorgevoerd die nodig waren voor de opbouw van een communistische samenleving.
Lenin heeft vele landen geïnspireerd met zijn opvattingen over het communisme. Na de Oktoberrevolutie volgden diverse landen zoals China, Cuba en Vietnam het voorbeeld van de bolsjewieken. Deze landen hebben Lenin's ideeën over de voorhoede van de partij en de rol van het proletariaat in de revolutie overgenomen. Dit leidde tot een wereldwijde verspreiding van communistische bewegingen, die elk de unieke culturele en sociale context van hun land gebruikten, maar altijd met een knipoog naar Lenin's theoretische basis.
Lenin speelde een cruciale rol in de Oktoberrevolutie van 1917, waarbij hij en de bolsjewieken de macht grepen in Rusland. Hij mobiliseerde de arbeiders en boeren door hun onvrede over de economische situatie en de oorlog te benutten. Zijn strategische planning en leiderschap waren essentieel voor het succes van de revolutie. Hij riep op tot vrede, landhervorming en brood voor iedereen, wat leidde tot brede steun onder de bevolking. Dit resulteerde in de val van de Provisoire Regering en de vestiging van een communistisch regime.
Lenin's definitie van imperialisme omvatte de uitbreiding van kapitalistische landen naar colonies en de daaropvolgende uitbuiting van deze gebieden. Hij beschouwde imperialisme als het hoogste stadium van het kapitalisme, waarin de productie steeds meer geconcentreerd raakte in handen van een paar grote monopolies. Deze concentratie leidde tot conflicten tussen landen en het streven naar nieuwe markten en grondstoffen, wat uiteindelijk resulteerde in oorlogen. Lenin zag imperialisme als een vorm van economische onderdrukking die bestreden moest worden door de proletarische revolutie.
Lenin heeft een blijvende impact gehad op de arbeidersbeweging wereldwijd. Door zijn ideeën en acties inspireerde hij arbeidersgroepen en revolutionaire bewegingen om zich te organiseren tegen kapitalisme en voor sociale rechtvaardigheid. Zijn theorieën over organisatie, revolutie en de rol van de arbeidersklasse zijn nog steeds relevant in hedendaagse sociale en politieke bewegingen. De aanhang van zijn ideologie zorgde voor een golf van revoluties in de 20ste eeuw, die vaak de strijd voor sociale en economische gelijkheid centraal stelden.