Kabouters zijn vaak klein van postuur, met een lange baard en een puntige muts. Ze worden meestal afgebeeld als vriendelijke, maar soms ook ondeugende wezens. Hun uiterlijk is vaak kleurrijk, met felgekleurde kledij die hun vrolijke karakter weerspiegelt. Daarnaast zijn kabouters ook verbonden met de natuur en worden vaak afgebeeld in bosrijke omgevingen, wat hun magische aura versterkt.
Kabouters komen vaak voor in verhalen die de natuur en het boerenleven verkennen. Denk aan klassieke verhalen uit de Europese folklore waar ze de hoofdrol spelen of ondergeschikte karakters zijn. Ze verschijnen ook in sprookjes zoals die van Sneeuwwitje, waar ze de zeven dwergen zijn, en in moderne kinderboeken waar ze avonturen beleven in een fantasiewereld.
Kabouters zijn populair in de kinderliteratuur omdat ze vaak de verbeelding prikkelen van jonge lezers. Ze zijn mysterieus, schattig en geven een gevoel van avontuur. Kinderen voelen zich vaak aangetrokken tot hun wereld van magie en wonder, wat hen helpt om hun creativiteit te ontwikkelen. Bovendien vertegenwoordigen kabouters vaak waarden zoals vriendschap en samenwerking, wat belangrijke lessen zijn voor kinderen.
In boeken kunnen kabouters op verschillende manieren worden afgebeeld. Ze kunnen schattig en komisch zijn, met grote ogen en lachende gezichten, of juist stoer en avontuurlijk, met accessoires zoals kleine gereedschappen of schatten. Illustrators maken gebruik van verschillende kunststijlen om de persoonlijkheid van de kabouter weer te geven, variërend van klassieke schilderingen tot moderne, cartoonachtige weergaven.
In volksverhalen spelen kabouters vaak de rol van beschermers van huis en haard. Ze worden gezien als magische wezens die de boerderij of het huis bewaken, en soms zorgen ze ervoor dat alles goed verloopt in het huishouden. In deze verhalen zijn kabouters vaak wijs en behulpzaam, maar kunnen ze ook ondeugend zijn en stoute streken uithalen, wat zorgt voor humor en spanning.