Konijnen hebben een aantal unieke kenmerken. Ze hebben lange oren, scherpe tanden en een kort, stevig lichaam. Hun achterpoten zijn bijzonder sterk, wat hen helpt om te springen. Daarnaast zijn ze herbivoren, wat betekent dat ze voornamelijk plantaardig voedsel eten. Hun ogen zijn aan de zijkanten van hun hoofd geplaatst, waardoor ze een breed gezichtsveld hebben.
In het wild leven konijnen in groepen in ondergrondse holen genaamd warrens. Dit biedt bescherming tegen roofdieren en zorgt voor een sociale structuur. Ze zijn vooral actief tijdens de schemering en bij nacht. Konijnen graven tunnels en hebben verschillende ingangen naar hun schuilplaatsen, wat helpt om veilig te blijven.
Het dieet van een konijn bestaat voornamelijk uit hooi, vers gras, en groenten. Ze hebben ook behoefte aan een kleine hoeveelheid pellets. Konijnen moeten altijd toegang hebben tot vers water. Sommige groenten zijn beter dan andere; bijvoorbeeld, wortels moeten in beperkte hoeveelheden worden gegeven, omdat ze veel suiker bevatten.
Een goede verzorging van een konijn omvat het bieden van voldoende ruimte om te bewegen, dagelijkse voeding van vers voer en regelmatig drinken. Het is belangrijk om draagbare speeltjes en schuilplaatsen te bieden. Regelmatige gezondheidscheck-ups bij de dierenarts zijn essentieel. Ook dient hun vacht regelmatig gekamd te worden, vooral bij langharige rassen.
Veelvoorkomende ziektes bij konijnen zijn bijvoorbeeld myxomatose en virale hemorragische ziekte. Deze aandoeningen zijn vaak dodelijk als ze niet tijdig worden opgemerkt. Daarom is vaccinatie van groot belang. Andere gezondheidsproblemen kunnen tandheelkundige problemen en spijsverteringsstoornissen zijn, dus het is belangrijk om regelmatig naar hun gezondheid te kijken.