In België zijn smaken zoals aardbei, framboos, abrikoos en kers heel populair. Daarnaast zijn er ook meer unieke combinaties, zoals vijgen met walnoten of perzik en gember. Veel mensen hebben ook hun persoonlijke voorkeur, wat afhankelijk is van het seizoen en wat er vers beschikbaar is.
Traditionele confituur wordt gemaakt door vers fruit te koken met suiker. Eerst worden de vruchten schoongemaakt en eventueel geplet, daarna worden ze samen met suiker aan de kook gebracht. Tijdens het koken verdampt het vocht en gaat de suiker zich mengen met het fruit, wat resulteert in een heerlijke, zoete pasta. Het is belangrijk om het mengsel regelmatig te roeren om aanbranden te voorkomen.
Confituur kan het beste op een koele, donkere plek bewaard worden. Zorg ervoor dat de potten goed afgedekt zijn om schimmels te voorkomen. Eenmaal geopend, moet je confituur in de koelkast worden bewaard en binnen een paar weken opgebruikt worden. Controleer altijd op schimmel of andere afwijkingen voordat je het gebruikt.
Ja, je kunt confituur zeker gebruiken in bakrecepten! Het kan een geweldige vulling zijn voor taarten, muffins en koekjes. Daarnaast kun je het ook gebruiken als topping op pannenkoeken of wafels. Het voegt niet alleen zoetheid toe, maar ook een heerlijke fruitige smaak.
Zelf confituur maken is eenvoudig en leuk! Begin met het kiezen van je favoriete fruit en zorg ervoor dat het goed rijp is. Meng het fruit met suiker en een beetje citroensap en laat het een paar uur staan zodat de suikers goed worden opgenomen. Kook het mengsel op hoog vuur tot het de gewenste dikte heeft bereikt, en giet het vervolgens in gesteriliseerde potten.