De naam Breydel stamt af van het middeleeuwse woord voor vleeshouwer of vleesverwerker. Dit geeft al aan dat de naam verbonden is met de ambachtelijke tradities in de regio, waar vlees een belangrijke rol speelde in de lokale cultuur en economie.
De figuur van Jan Breydel wordt tegenwoordig vaak gezien als een symbool van Vlaamse trots en verzet. Veel lokale initiatieven en evenementen verwijzen naar zijn heldhaftigheid en moed, wat bijdraagt aan een sterkere Vlaamse identiteitsvorming.
Jan Breydel speelde een cruciale rol in de opstand tegen de Franse overheersing, culminerend in de Guldensporenslag. Hij was samen met Pieter De Coninck een van de leiders van de Brugse opstandelingen, wat leidde tot de beroemde slag op 11 juli 1302.
Het standbeeld van Jan Breydel, gelegen in het hart van Brugge, symboliseert de strijd voor de Vlaamse autonomie en herinnert bezoekers aan de historische betekenis van zijn daden. Het beeld zelf wordt vaak gezien als een teken van strijdgeest en solidariteit onder de Vlamingen.
De Guldensporenslag, die op 11 juli 1302 plaatsvond, vertegenwoordigt een keerpunt in de geschiedenis van Vlaanderen. Het was een strijd tussen de Vlaamse steden en het Franse leger, en wordt nu gevierd als een symbool van de onafhankelijkheid en strijdlust van het Vlaamse volk.