De Bourgondische cultuur wordt gekenmerkt door een sterke nadruk op kunst, architectuur, en een bloeiende economie. Mensen leefden in een tijd van stedelijke ontwikkeling, en de steden bloeiden op met prachtige gebouwen, kunstwerken, en een levendige handel. Kunstenaars zoals Jan van Eyck floreerden, en er werd veel aandacht besteed aan het schrijverschap en de literatuur.
De Bourgondische hertogen waren ware beschermheren van de kunst. Onder hun heerschappij bloeide de schilderkunst en de architectuur. Ze lieten veel indrukwekkende bouwwerken en kunstwerken creëren. Een goed voorbeeld is de bouw van de stadshallen en kathedralen in steden zoals Brugge en Gent, die nog steeds als meesterwerken worden beschouwd.
Tijdens de Bourgondische periode groeide de economie van de Lage Landen aanzienlijk. De zevende hertog van Bourgondië, Filips de Goede, stimuleerde de handel door handelsroutes te verbeteren en steden te ondersteunen. Deze dynamiek leidde tot een welvarende economie waarbij handel in stoffen en luxe goederen een belangrijke rol speelde.
Belangrijke historische gebeurtenissen in de Bourgondische periode zijn onder andere de vereniging van de verschillende hertogen, de lancering van belangrijke handelsverdragen en het creëren van een sterke centrale macht. Ook de betrokkenheid van de Bourgondische hertogen in oorlogen en hun invloed op de politiek van Europa waren significant, die de daaropvolgende geschiedenis van de Lage Landen vormden.
De overgang van de Bourgondische heerschappij naar de Habsburgse was een ingrijpende gebeurtenis. Na het overlijden van de laatste Bourgondische hertog, Karel de Stoute, kwam zijn gebied in handen van de Habsburgers door middel van huwelijken en allianties. Dit leidde tot een nieuwe politieke realiteit waarin de Habsburgers hun invloed uitbreidden, wat te zien is in zowel cultuur als politiek.