Bij het kiezen van banden is het belangrijk om te kijken naar het type voertuig dat je hebt, de rijomstandigheden en je rijstijl. Is het vooral voor stadsverkeer of lange ritten? Daarnaast moet je de maat van je huidige banden kennen, en ook de seizoensgebonden inzetbaarheid zoals zomer- of winterbanden.
Je moet je banden vervangen als de profieldiepte minder is dan 1,6 mm, wat de wettelijke minimumdiepte is. Je kunt dit zelf controleren met een profieldieptemeter of zelfs met een 1-euro munt: als het gouden randje zichtbaar is, is het tijd voor vervanging. Ook als je banden zichtbaar beschadigd zijn of als er onregelmatige slijtage optreedt, is het verstandig om ze te laten controleren.
Zomerbanden zijn ontworpen voor optimale prestaties bij warmere temperaturen en bieden een betere grip op droge wegen. Winterbanden hebben diepere groeven en zijn gemaakt van een speciale rubbersamenstelling die beter presteert bij koude temperaturen, vooral in sneeuw en ijs. All-season banden proberen een balans te vinden, maar zijn meestal een compromis tussen de twee.
Om de levensduur van je banden te verlengen, zorg je ervoor dat ze goed zijn opgepompt en regelmatig worden gebalanceerd en uitgelijnd. Vermijd plotselinge rem- en acceleratie, en probeer je rijstijl soepel te houden. Controleer ook regelmatig op slijtage en haal je banden tijdig van de auto als ze versleten zijn.
De minimale profieldiepte voor veilige rijomstandigheden is 1,6 mm, maar het is aan te raden om te vervangen bij ongeveer 3 mm, vooral voor winterbanden waar grip essentieel is. Een goede vuistregel is om je banden in de gaten te houden en ze te vervangen als je merkt dat de prestaties verminderen.