Zomerbanden zijn ontworpen voor warme omstandigheden, met een hardere rubbersamenstelling die betere grip biedt op droge wegen, terwijl winterbanden zachter zijn en speciaal zijn gemaakt voor koude en natte omstandigheden. Winterbanden hebben diepere profielen en speciale lamellen die helpen bij de grip op sneeuw en ijs, wat ze veiliger maakt in die omstandigheden.
Je moet je banden vervangen wanneer de profieldiepte minder dan 1,6 mm is, wat de wettelijke minimumdiepte is. Echter, voor optimale veiligheid en prestaties wordt aangeraden om de banden eerder te vervangen, bijvoorbeeld wanneer de profieldiepte rond de 3 mm ligt. Ook bij zichtbare beschadigingen, zoals scheuren of blazen, is vervanging noodzakelijk.
Banden met een hoger profiel bieden vaak meer comfort en een betere grip op onverharde wegen, omdat ze meer vering en demping bieden. Daarnaast kunnen ze beter om obstakels heen bewegen, wat de kans op schade aan de velg vermindert. Dit maakt ze ook vaak een populaire keuze voor SUV's en terreinwagens.
Het is belangrijk om de bandenspanning regelmatig te controleren omdat een te lage of te hoge spanning kan leiden tot ongelijkmatige slijtage, slechtere rijprestaties en zelfs gevaarlijke situaties. Bovendien kan het ook invloed hebben op het brandstofverbruik van je auto. Het is aan te raden om de spanning minimaal eenmaal per maand te controleren of voor lange ritten.
De juiste maat banden voor je auto vind je meestal in de handleiding van de auto, op het voertuig zelf (bijvoorbeeld op een sticker in de deuropening) of door de maat van je huidige banden te bekijken. De maat staat meestal vermeld in de vorm van 205/55 R16, waarbij de eerste getallen de breedte en hoogte van de band aangeven, en de laatste het formaat van de velg.