Een macro-objectief heeft verschillende belangrijke functies die het maken van close-ups vergemakkelijken. Ten eerste biedt het een hoge vergrotingsfactor, vaak 1:1, waardoor je details van klein materiaal zoals bloemen, insecten of texturen kunt vastleggen. Daarnaast hebben veel macro-objectieven een kortere minimale scherpstelafstand, wat betekent dat je dichterbij je onderwerp kunt komen zonder verlies van scherpte. Een andere functie is de mogelijkheid tot goede bokeh, wat een mooie achtergrondonscherpte creëert en de focus op het onderwerp legt.
Scherpstellen bij macrofotografie kan een uitdaging zijn vanwege de geringe scherptediepte. Een veelgebruikte techniek is om je camera op een statief te plaatsen en de camera langzaam naar voren of naar achteren te schuiven om de juiste scherpstelling te vinden. Veel fotografen maken ook gebruik van live-view op hun camera om nauwkeuriger te kunnen scherpstellen. Het kan ook helpen om een scherpstelhulplampje te gebruiken voor extra verlichting, wat de scherpte verbetert.
Bij macrofotografie is het essentieel om de juiste verlichting te gebruiken om de details van je onderwerp goed te belichten. Natuurlijk licht kan schitterend zijn, maar vaak zijn externe lichtbronnen zoals ringflitsers of led-lampen handig voor het vergroten van de helderheid. Deze lichtbronnen zorgen ervoor dat schaduwen goed geëlimineerd worden, terwijl ze ook zorgen voor een gelijkmatige verlichting van kleine details. Het gebruik van diffusers kan ook helpen om een zachter licht te creëren.
De ideale instellingen voor macrofotografie variëren afhankelijk van je onderwerp en lichtomstandigheden. Over het algemeen is een laag diafragma (zoals f/2.8 tot f/5.6) populair om een goede achtergrondonscherpte te creëren, maar houd er rekening mee dat dit de scherptediepte beïnvloedt. Een iets langere sluitertijd kan nodig zijn, vooral als je met lagere ISO-waardes werkt om ruis te verminderen. Het is vaak voordelig om de ISO-waarde zo laag mogelijk te houden om de beeldkwaliteit te verbeteren.
Bij macrofotografie waarin elke kleine beweging invloed kan hebben op de scherpte, is het belangrijk om stabiliteit zó veel mogelijk te waarborgen. Gebruik een statief en als je niet kunt statief gebruiken, probeer dan je lichaam en armen te stabiliseren door je ellebogen tegen een stevige ondergrond te plaatsen. Sommige fotografen gebruiken een ontspankabel of de zelfontspanner om trilling te minimaliseren bij het maken van de opname. Het oefenen van ademhalingscontrole kan ook helpen om schokken te vermijden tijdens het fotograferen.