De Japanse schilderkunst is door de eeuwen heen beïnvloed door verschillende stromingen, zoals de Sinosferische kunst die vanuit China kwam. Ook de Ukiyo-e, een stroming die zich richtte op het afbeelden van 'de vluchtige wereld', heeft een grote rol gespeeld. Verder zie je invloeden van de moderne tijd, waarin kunstenaars experimenteerden met westerse technieken en stijlen, zoals de Impressionisten.
Japanse moderne kunst is vaak dynamischer en experimenteel dan de traditionele stijl. Terwijl traditionele kunst sterk afhankelijk is van symboliek en technieken die al eeuwen bestaan, zijn moderne kunstenaars vrij om met vormen, kleuren en materialen te spelen. Dit leidt tot unieke en vernieuwende werken die de Japanse cultuur en hedendaagse thema's reflecteren.
In Japanse schilderijen zie je vaak structuren vanuit de natuur, zoals bergen, zeeën en bamboebossen. Ook mythologische en historische onderwerpen zijn populair. Daarnaast zijn er elementen van het dagelijkse leven, zoals festivals en seizoenen, die de schoonheid van het alledaagse in de Japanse cultuur benadrukken.
Typische technieken in de Japanse kunst zijn onder andere de traditionele aquarel- en inkttechnieken, en het gebruik van washi-papier dat vaak voorkomt in combinatie met inkt. Daarnaast zijn er technieken zoals Sumi-e, waarbij de focus ligt op het vastleggen van de essentie van het onderwerp met minimale penseelstreken. Dit zorgt voor een gevoel van eenvoud en schoonheid.
Japanse kunst heeft een aanzienlijke invloed gehad op de Westerse kunst, vooral in de 19e eeuw tijdens de japonisme-beweging. Kunstenaars zoals Van Gogh en Monet lieten zich inspireren door de composities, kleuren en thema's in Japanse kunst, wat leidde tot nieuwe technieken en visuele ideeën in hun eigen werk.