Winterbanden zijn speciaal ontworpen voor gebruik in koude en winterse omstandigheden. Ze bieden betere grip op sneeuw en ijs dankzij de zachtere rubberformule en het diepere profiel. Dit resulteert in een kortere remweg, meer stabiliteit en een algemeen veiligere rijervaring in de wintermaanden.
De levensduur van winterbanden kan variëren, maar meestal gaan ze tussen de 30.000 en 50.000 kilometer mee, afhankelijk van rijomstandigheden en onderhoud. Het is belangrijk om de profieldiepte regelmatig te controleren; als deze onder de 4 mm komt, is het tijd om nieuwe banden aan te schaffen.
De meeste mensen kiezen ervoor om winterbanden van oktober tot april te gebruiken, afhankelijk van het weer. Het is belangrijk om je banden te wisselen zodra de temperatuur onder de 7 graden Celsius daalt, omdat zomerbanden in deze omstandigheden minder grip bieden.
Het grootste verschil tussen winterbanden en zomerbanden ligt in de rubber samenstelling en het profiel. Winterbanden zijn gemaakt van een zachtere rubbersoort die beter presteert bij lage temperaturen, terwijl zomerbanden ontworpen zijn voor optimale prestaties bij warmere temperaturen. Daarnaast hebben winterbanden een dieper en speciaal profiel voor betere grip op sneeuw en ijs.
Goede winterbanden hebben een profieldiepte van minimaal 4 mm en zijn voorzien van het sneeuwvloksymbool, wat aangeeft dat ze voldoen aan de wettelijke eisen voor winterbanden. Controleer ook op ongelijkheden of scheuren in het rubber, want dit kan wijzen op slijtage.