Wijn uit 1989 heeft vaak een rijke en complexe smaakprofiel. Door de uitstekende weersomstandigheden dat jaar zijn veel wijnen goed gerijpt, met tonen van rijp fruit, kruiden en soms een zekere aardse kwaliteit. Vooral Bordeaux en Bourgogne wijnen uit dit jaar zijn erg gewaardeerd.
Om de kwaliteit van wijn uit 1989 te behouden, is het belangrijk om deze op een koele, donkere plaats te bewaren, bij een constante temperatuur van rond de 12-16 graden Celsius. Een liggende positie is ook aan te raden voor flessen met kurken, zodat de kurk vochtig blijft en niet gaat uitdrogen.
Over het algemeen is de ideale serveertemperatuur voor rode wijn uit 1989 tussen de 16 en 18 graden Celsius, terwijl witte wijnen meestal tussen de 8 en 12 graden Celsius geserveerd worden. Voor dessertwijnen kan een iets hogere temperatuur van 10-12 graden helpen om de aroma's naar voren te brengen.
Ja, wijn uit 1989 kan uitstekend gecombineerd worden met de juiste gerechten. Rood uit dit jaar past goed bij gegrild vlees, wildgerechten en stoofschotels. Witte wijnen kunnen heerlijk zijn met zeevruchten of romige pastagerechten, terwijl zoete wijnen perfect gaan met dessertgerechten of blauwe kaas.
Populaire wijnen uit 1989 zijn onder andere de rode Bordeaux, Bourgogne, en de zoete Sauternes. Deze wijnen hebben niet alleen een rijke smaak, maar zijn ook vaak een genot om te drinken vanwege hun perfectie en rijpheid.