Voor kleine tuinen zijn er verschillende soorten planten die je kunt overwegen. Denk aan compact groeiende planten zoals lavendel en heuchera. Ook siergrassen zijn een goede keuze, omdat ze weinig ruimte innemen en een mooie uitstraling hebben. Daarnaast kun je kiezen voor vertikale tuinieren met klimplanten zoals clematis, die je steun kunt laten gebruiken om de hoogte in te gaan zonder veel grondoppervlak in te nemen.
Om ervoor te zorgen dat je bloemrijke planten gezond en bloeiend blijven, is het belangrijk om ze op de juiste plek te zetten. Zorg ervoor dat ze voldoende zonlicht krijgen, afhankelijk van hun soort. Regelmatig water geven is cruciaal, vooral tijdens droge perioden, maar zorg ervoor dat de wortels niet in het water staan. Voed de planten met een goede meststof en verwijder dode bloemen om de plant aan te moedigen om nieuwe knoppen te vormen. En vergeet niet om ze tijdig te snoeien als dat nodig is!
Voor beginners zijn er een aantal kamerplanten die ideaal zijn vanwege hun lage onderhoudseisen. Denk aan de sanseveria, oftewel vrouwentong, die nauwelijks water nodig heeft. Ook de pothos, met zijn mooie hartvormige bladeren, is een goede keuze, omdat hij goed tegen lagere lichtomstandigheden kan. Een andere populaire keuze is de ZZ-plant, die ook in moeilijke omstandigheden kan gedijen en relatief weinig verzorging nodig heeft.
Planten voor schaduwrijke plekken kunnen bijvoorbeeld hosta’s, ferns en astilbe zijn. Deze planten gedijen goed in lage lichtomstandigheden en voegen toch kleur en textuur toe aan je tuin. Denk ook aan schaduwminnende bloemen zoals de helleborus, die al vroeg in het seizoen bloeit. Het is belangrijk om bij het kiezen van schaduwplanten te letten op de specifieke schaduwcondities, zoals droge schaduw of vochtige schaduw.
Tijdens de zomer is het belangrijk om je planten regelmatig water te geven, vooral als het erg warm is. Als vuistregel kun je vaak elke 2-3 dagen water geven, afhankelijk van de soort planten en de weersomstandigheden. Kies ervoor om 's ochtends vroeg of 's avonds water te geven om verdamping te minimaliseren. Controleer altijd de bovenste laag van de aarde; als deze droog aanvoelt, is het tijd om water te geven.