Boudewijn was koning van België van 1951 tot 1993. Onder zijn heerschappij werd België geconfronteerd met belangrijke uitdagingen, waaronder de onafhankelijkheid van Congo in 1960, wat een grote impact had op het land. Hij was ook verantwoordelijk voor het bevorderen van de cultuur en de sociale cohesie in België, wat hem populair maakte bij de bevolking.
Boudewijn speelde een cruciale rol in de stabiliteit van de Belgische politiek. Hij trad vaak op als bemiddelaar in politieke crisissen en hielp het land door moeilijke periodes. Zijn neutraliteit en wijsheid maakten hem tot een belangrijke figuur in het streven naar consensus in de politiek.
Buiten zijn koninklijke verplichtingen had Boudewijn een passie voor kunst en literatuur. Hij was ook een fervent sportfan en hield van wandelingen in de natuur. Daarnaast had hij een sterke band met de bevolking en ging hij regelmatig naar evenementen en festiviteiten om contact te onderhouden met het publiek.
Boudewijn was een voorstander van Europese eenheid en speelde een rol in het bevorderen van samenwerking binnen Europa. Hij steunde de oprichting van verschillende Europese instellingen en moedigden de samenwerking aan, wat bijdroeg aan de stabiliteit en groei van de regio.
Tijdens Boudewijns regeerperiode waren er verschillende belangrijke gebeurtenissen, zoals de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, de dekolonisatie van Congo in 1960 en de opkomst van de Europese Unie. Verder was er een sterke focus op sociale vraagstukken en buitenlandse betrekkingen.