De beste manier om aardappelen te bewaren is door ze op een koele, donkere en goed geventileerde plek te plaatsen. Een kelder of een donkere kast is ideaal. Zorg ervoor dat ze niet in direct zonlicht staan, want dat kan ze doen spruiten. Gebruik ook een stevige verpakking zoals een jute zak of een mand die lucht doorlaat om vochtophoping te voorkomen.
Het is belangrijk om aardappelen goed te bewaren omdat dit hun versheid en smaak behoudt. Slecht opgeslagen aardappelen kunnen snel ontspruiten, rotten of beschimmelen. Door de juiste omstandigheden te creëren voor het bewaren, verleng je de houdbaarheid en kun je ze langer en met meer genot gebruiken in je gerechten.
Temperatuur heeft een grote invloed op het bewaren van aardappelen. De ideale temperatuur ligt tussen de 4 en 10 graden Celsius. Bij te hoge temperaturen kunnen aardappelen snel gaan uitschieten en hun smaak verliezen. Daarnaast zal de kans op rot toenemen bij hogere temperaturen. Zorg dus voor een constante, koele omgeving.
Om te controleren of je aardappelen nog goed zijn, kun je op een paar dingen letten. Kijk naar de schil: als deze rimpelig is of er vlekken op zitten, zijn ze vaak niet meer goed. Tevens kun je voelen of ze nog stevig zijn. Aardappelen die zacht zijn of een sterke geur afgeven, zijn meestal niet meer geschikt voor consumptie.
Bij het bewaren van aardappelen moet je vooral vermijden om ze samen met uien of andere groenten te bewaren, omdat dit het proces van veroudering kan versnellen. Vermijd ook vochtige plekken en direct zonlicht. Het is ook niet aan te raden om aardappelen in de koelkast te bewaren, omdat de kou een ongewenste suikervorming kan veroorzaken.