De term 'clos' komt oorspronkelijk uit Frankrijk en verwijst naar een omheind stuk wijngaarde. Het idee was om de wijngaard af te sluiten van de omgeving, wat zorgde voor een gecontroleerder microklimaat. Deze methode vindt zijn oorsprong in de Middeleeuwen, waar monniken vaak deze afgeschermde plekken gebruikten om hun druiven te telen.
Een goede clos wijn herken je aan de complexiteit en de diepte van de smaak. Vaak zijn deze wijnen elegant en goed in balans, met duidelijke aroma's van het terroir. Een andere indicatie is de structuur van de wijn; hij heeft meestal een goede tannine en zuren, wat bijdraagt aan de houdbaarheid.
Er zijn verschillende druivensoorten die vaak worden gebruikt in clos wijnen, afhankelijk van de regio. Bijvoorbeeld, je vindt vaak Chardonnay in witte clos wijnen en Pinot Noir in rode varietals. Maar in andere regio's kunnen ook lokale druiven een rol spelen, wat weer voor unieke smaken zorgt.
Clos wijnen zijn vaak uniek vanwege hun afgebakende groeiomstandigheden. De specifieke locatie, bodem, en microklimaat zorgen ervoor dat de druiven een eigen karakter krijgen. Bovendien wordt de wijn vaak geproduceerd in beperkte hoeveelheden, wat de exclusiviteit bevordert.
Om een fles clos wijn te bewaren, is het belangrijk om deze op een koele, donkere plek te storen, bij een constante temperatuur. Zorg ervoor dat de fles liggend ligt, zodat de kurk vochtig blijft en de wijn niet oxideert. Dit helpt de kwaliteit en smaken van de wijn te behouden voor een langere periode.