Barolo wordt gemaakt van de Nebbiolo-druif en de productie is laborieus. Na de oogst worden de druiven geperst en de fermentatie vindt plaats met de schil om kleur en tannines te extraheren. Vervolgens rijpt de wijn minimaal twee jaar op eiken vaten en daarna nog een jaar op de fles voordat hij op de markt komt. Dit zorgt voor de complexe smaken die je in Barolo vindt.
Een klassieke combinatie met Barolo is rijk, rood vlees, zoals ossehaas of wildgerechten. De tannines in de wijn complementeren het vet in het vlees prachtig, waardoor de smaken mooi samensmelten. Daarnaast kan je ook kiezen voor hartige pasta gerechten of oudere kazen, die ook goed passen bij deze volle wijn.
In Barolo vind je een heel scala aan smaken. Typisch is een mix van kersen, rozen, teer en specerijen. Naarmate de wijn rijpt, komen er vaak ook aardse en leerachtige tonen naar voren. Dit maakt het een bijzonder complexe en gelaagde wijn.
Barolo is een wijn die je goed kunt laten rijpen. Veel Barolo's kunnen 10 tot 20 jaar of zelfs langer bewaard worden. Hoe langer je ze bewaart, hoe zijper en eleganter ze worden, als de tannines zachter worden en de smaken beter integreren. Het is wel belangrijk om de wijn op de juiste manier te bewaren.
Wat Barolo uniek maakt, is de combinatie van de terroir, de Nebbiolo-druif en de strenge productieregels. De combinatie van de mistige heuvels van Piemonte, de specifieke bodemsoorten en de handmatige oogst leidt tot een wijn die zowel krachtig als elegant is. Dit maakt Barolo tot een echte icoon onder de Italiaanse wijnen.