De meeste spookverhalen hebben hun oorsprong in folklore en volksverhalen, vaak van generatie op generatie doorgegeven. Ze ontstaan vaak uit angst voor het onbekende en de behoefte aan uitleg voor onverklaarbare gebeurtenissen. In verschillende culturen verschijnen ze vaak in literatuur, films of als onderdeel van lokale legendes, wat hen een rijke en diverse achtergrond geeft.
In België zijn er verschillende locaties die beroemd zijn om hun spookverhalen, zoals oude kastelen waar men zegt dat de geesten van vroegere bewoners rondwaren. Denk aan het Kasteel van Beersel of het Kasteel van Laarne. Ook hebben steden zoals Gent en Brugge hun eigen verhalen over spookachtige verschijningen, vaak gelinkt aan belangrijke historische gebeurtenissen.
Spookachtige beelden in beeldjes zijn vaak te herkennen aan hun doorzichtige of onduidelijke vormen. Ze kunnen kenmerken vertonen zoals een mistige uitstraling of een vertroebelde afwerking. Soms zijn ze ook afgebeeld met bijzondere ornamenten of symbolen die op het bovennatuurlijke kunnen wijzen, zoals een extra vaagheid of een ongewone kleurstelling.
Hoewel de termen vaak door elkaar worden gebruikt, is er een subtiel verschil. Een spook wordt vaak gezien als de geest van een specifieke overleden persoon die terugkeert om iets te voltooien of om een boodschap over te brengen. Een geest daarentegen kan meer algemeen zijn en verwijst vaak naar een onbenoembare, lichaamloze entiteit zonder specifieke identiteit.
Spookbeelden worden in populaire cultuur vaak afgebeeld als doordringende, etherische figuren die het verleden met het heden verbinden. Ze worden soms afgebeeld in horrorfilms als angstaanjagende entiteiten die de hoofdpersoon achtervolgen, of in romantische films, waar ze een meer beschermende of sentimentele rol innemen voor het verhaal. Dit maakt ze veelzijdig in hun presentatie door de jaren heen.