Voor het planten van een waterlelie is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je de juiste vijveraarde hebt. Maak een gat in de grond dat groot genoeg is om de kluit van de waterlelie te verbergen. Plaats de waterlelie voorzichtig in het gat en vul het aan met aarde, zorg ervoor dat de bladeren op het waterniveau kunnen drijven. Het is ook goed om wat kiezels rondom de plant te leggen om de aarde op zijn plaats te houden.
De keuze voor een waterlelie hangt af van de grootte van je vijver en de hoeveelheid zonlicht die de vijver ontvangt. Voor kleine vijvers zijn dwergwaterlelies ideaal, terwijl grotere vijvers geschikt zijn voor de reguliere, grotere soorten. Als je vijver veel zon ontvangt, kies dan soorten zoals de Victoriavere of de Nymphaea, die beter gedijen in zonnige omstandigheden.
Het is aan te raden om je waterlelies eens in het groeiseizoen, meestal rond de lente of vroege zomer, te bemesten. Gebruik speciale meststoffen voor waterplanten, die zijn rijk aan voedingsstoffen en helpen bij de groei en bloei van je waterlelie. Vermijd overbemesting, dit kan schadelijk zijn voor de plant.
Geel verkleurde bladeren kunnen een teken zijn van diverse problemen, zoals te weinig zonlicht of een gebrek aan voedingsstoffen. Controleer of je waterlelie genoeg zonlicht krijgt, idealiter minimaal 6 uur per dag. Daarnaast is het belangrijk om regelmatig te bemesten en ervoor te zorgen dat de vijverwaterkwaliteit goed is. Te veel algen in het water kan ook bijdragen aan deze verkleuring.
Je kunt waterlelies vermeerderen door middel van scheidingen. Dit doe je meestal in het vroege voorjaar of de vroege herfst. Verwijder de plant voorzichtig uit het water, snijd de wortelknollen in stukken met minstens één oog per stuk, en plant deze direct weer in nieuwe vijveraarde. Zorg ervoor dat je de plant goed water geeft totdat deze weer goed is aangeslagen.