De zorg voor vetplanten is heerlijk eenvoudig. Zorg ervoor dat je een goed doorlatende potgrond gebruikt, zodat het water niet blijft staan. Daarnaast kun je ze het beste water geven als de bovenste laag van de grond goed droog aanvoelt. Plaats ze op een plek met voldoende licht, maar vermijd de brandende middagzon als je ze meer in de schaduw hebt staan. Regelmatig snijden van dode of aangetaste bladeren helpt ook om de plant gezond te houden.
Je kunt vetplanten vrij eenvoudig vermeerderen door middel van bladstekken of uitlopers. Snijd een gezond blad van de plant af en laat het een paar dagen drogen, zodat de snijkant kan genezen. Zet het daarna in de grond, en na een tijdje zal het wortels gaan ontwikkelen. Sommige vetplanten, zoals de Echeveria, kunnen ook babyplantjes maken die je eenvoudig kunt scheiden van de moederplant.
Vetplanten zijn geweldig om in huis te hebben! Ze zijn niet alleen mooi en divers, maar ze dragen ook bij aan een betere luchtkwaliteit. Ze absorberen CO2 en geven zuurstof af. Bovendien zijn ze onderhoudsarm; je hoeft je geen zorgen te maken over dagelijkse verzorging. Dit maakt ze ideaal voor mensen met een druk leven of voor wie niet zo groene vingers heeft.
Als je net begint met het verzorgen van vetplanten, zijn soorten zoals de Aloe Vera, Jadeplant (Crassula ovata) en de Echeveria uitstekende keuzes. Deze zijn niet alleen mooi, maar ook zeer vergevingsgezind als het gaat om verzorging. Ze kunnen goed overleven in verschillende lichtomstandigheden en zijn minder gevoelig voor overwatering dan sommige andere soorten.
Schimmels en plagen kunnen vetplanten aantasten, maar vaak is het vrij eenvoudig om ze te herkennen. Kijk uit naar verkleuring van de bladeren of een witte schimmellaag, wat kan duiden op een schimmel. Voor plagen zoals spint of wolluis kun je letten op kleine stippen of een plakkerige substantie op de bladeren. Bij het bestrijden kun je een milde zeepoplossing gebruiken of de aangetaste delen ruimweg afsnijden.