Brandhout biedt verschillende voordelen. Ten eerste geeft het een gezellige sfeer in huis of tuin, vooral in de herfst en winter. Daarnaast is het een duurzame verwarmingsbron als je lokaal hout gebruikt. Brandhout biedt ook een hoge warmte afgifte wanneer het goed is gedroogd. Dit maakt het een efficiënte keuze voor het stoken van je haard of kachel.
Het is belangrijk om brandhout op een droge en goed geventileerde plek op te slaan. Zorg ervoor dat de houtstapels niet in contact komen met de grond, bijvoorbeeld door ze op paletten te leggen. Dit voorkomt dat het hout vochtig wordt. Bedek de bovenkant van de stapel met een zeil of afdekzeil, maar laat de zijkanten open voor luchtcirculatie. Dit helpt het hout droog en klaar voor gebruik te houden.
Er zijn verschillende soorten brandhout met elk hun eigen eigenschappen. Harde houtsoorten zoals eik en beuk geven langdurige en intense warmte, terwijl zachthoutsoorten zoals dennen en spar sneller branden en eerder rook ontwikkelen. Eik is uitstekend voor meelopen terwijl beukenhout een goede combinatie van warmte en rookontwikkeling biedt. Het kiezen van het juiste hout hangt af van jouw verwarmingsbehoeften en voorkeur.
Goed gedroogd brandhout heeft een vochtgehalte van minder dan 20%. Je kunt dit checken door op het hout te slaan: als het een heldere, scherpe klank produceert, is het waarschijnlijk goed gedroogd. Daarnaast moet het hout licht aanvoelen en scheuren vertonen. Als je een houtvochtmeter hebt, is dat ook een betrouwbare manier om het vochtgehalte te meten.
Als je schimmels op je brandhout ziet, is het belangrijk om eerst de situatie goed in te schatten. Kleine hoeveelheden schimmel zijn meestal niet gevaarlijk en het hout kan vaak nog worden gebruikt na het afschrapen van de schimmel. Zorg ervoor dat je het hout op een droge plek bewaart en goed laat ventileren. Als er echter major schimmel of ander ongedierte aanwezig is, is het beter om het hout niet te gebruiken en het te verwijderen.