Een goed stripverhaal heeft meestal sterke karakters, een meeslepende plot en een duidelijke structuur. De combinatie van tekst en illustraties moet elkaar aanvullen om de lezer volledig onder te dompelen in de wereld van het verhaal. Daarnaast spelen thema's en emoties een grote rol, waardoor de lezer zich kan identificeren met de gebeurtenissen in het verhaal.
Nieuwe stripreeksen verschijnen variabel, afhankelijk van de uitgever en het genre. Vaak kunnen fans rekenen op maandelijkse releases, vooral voor populaire series. Sommige onafhankelijke stripmakers publiceren hun werk op onregelmatige basis, wat zorgt voor een gevarieerd aanbod. Hierdoor blijft de bibliotheek van stripverhalen altijd interessant en actueel.
De tekenstijl is cruciaal in stripverhalen; het geeft niet alleen vorm aan de karakters en de setting, maar beïnvloedt ook de toon en sfeer van het verhaal. Sommige stijlen zijn cartoonachtig en humoristisch, terwijl andere juist realistisch en serieus zijn. De juiste tekenstijl kan een verhaal versterken of zelfs volledig veranderen hoe de lezer bepaalde scènes ervaart.
Het maken van een stripboek begint met een idee of concept, gevolgd door het schrijven van een script en het bedenken van de karakters. Vervolgens komt de fase van schetsen en storyboarden, waarin de lay-out van elke pagina wordt bepaald. Na goedkeuring van de schetsen worden de uiteindelijke tekeningen gemaakt, vaak met inkten en kleur. Tot slot worden de pagina's samengevoegd en gedrukt; dit alles kan enkele maanden tot jaren duren, afhankelijk van de complexiteit van het project.
Graphic novels hebben aan populariteit gewonnen vanwege hun uitgebreide verhalende mogelijkheden en artistieke diepte. Ze behandelen vaak serieuze thema's en zijn toegankelijk voor een breed publiek. Daarnaast zijn ze aantrekkelijk voor zowel jongeren als volwassenen, waardoor ze hun plaats hebben veroverd in bibliotheken, boekwinkels en zelfs op scholen, waar ze worden gebruikt om lezen en creativiteit te stimuleren.